Inleiding

Met de kadernota geeft het college inzicht in de verdere realisatie van het coalitieakkoord 2018-2022 'Duurzaam Samenleven'. Naast de realisatie van de ambities (nieuw beleid) worden ook de structurele gevolgen uit de jaarrekening en autonome ontwikkelingen financieel vertaald. Dit leidt uiteindelijk tot een geactualiseerd meerjarenperspectief.

Met de vaststelling van de kadernota legt de Raad de uitgangspunten vast voor het opstellen van de begroting 2021.

Coronacrisis

Bijzonder dit jaar is de Coronacrisis en de effecten daarvan op de samenleving en de economie. Ten tijde van het opstellen van deze kadernota, maart / april / mei 2020, zitten we nog midden in de crisisperiode en is het lastig aan te geven welke effecten de crisis gaat hebben. Dat deze omvangrijk zijn voor zowel de samenleving als de economie is zeker. Dit zal zich uiteindelijk ook vertalen naar de ambities van het college. Wij hebben ervoor gekozen om de kadernota zoals voorgaande jaren op te bouwen. Zodoende heeft de raad in ieder geval zicht op alle ontwikkelingen. Per programma is beschreven welke risico's de Coronacrisis op het desbetreffende programma heeft.

In een later stadium, juni / juli, stellen we een aparte notitie op, met daarin de acties die tot op heden genomen zijn en de risico's die nog bestaan. Zo goed als mogelijk zullen we aangeven welke effecten dit heeft op ambities van het college. In eerste instantie zullen wij inzetten op een zo spoedig mogelijk herstel.

Belangrijkste onderdeel van de kadernota is het vaststellen van de uitgangspunten voor het opstellen van de Begroting 2021. In deze kadernota vragen wij u de volgende uitgangspunten vast te stellen:

  • Aantallen woningen en inwoners 2021-2024;

  • Loonindexering personeelskosten;

  • Prijsindexering voor uitgaven en inkomsten;

  • Prijsindexering belastingen 2021;

  • Structurele gevolgen Jaarrekening 2019;

  • Autonome ontwikkelingen;

  • Algemene uitkering op basis van Decembercirculaire 2019;

  • De mate van sturing op de verbonden partijen.

Nieuwe ontwikkelingen en wijzigingen in het meerjareninvesteringsplan staan ook opgenomen in de kadernota, maar hebben meer kans op aanpassing als gevolg van de Coronacrisis.

Vertrekpunt

Financieel vertrekpunt voor deze kadernota is het meerjarenperspectief zoals gepresenteerd in de Programmabegroting 2020.

Bij het opstellen van de begroting gebruiken we het provinciaal toezichtskader als leidraad.

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

Saldo structureel

30

260

70

-30

Saldo incidenteel

-235

-165

-

-

Resultaat meerjarenbegroting 2021-2024

-205

95

70

-30

Geactualiseerd meerjarenperspectief

Onderstaand het geactualiseerd meerjarenperspectief, hierbij is per uitgangspunt het effect te zien. De onderbouwing en financiële effecten van de uitgangspunten worden verderop in de kadernota nader toegelicht.

De toelichtingen voor de autonome ontwikkelingen, het nieuwe beleid en de investeringen vindt u per programma terug.

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

Meerjarenperspectief Programmabegroting 2020

-205

95

70

-30

Structurele gevolgen Jaarrekening 2019

-940

-940

-940

-940

Autonome ontwikkelingen

- Personeelskosten

-420

-420

-420

-420

- Prijsindexering

-500

-500

-500

-500

- Belastingen

135

135

135

135

Overige autonome ontwikkelingen:

- Structureel

-360

-380

-380

-380

- Incidenteel

-195

-

-

-

Algemene uitkering

- Berekening t/m Decembercirculaire 2019 (o.b.v. nieuwe inwoners- en woningaantallen)

2.745

1.730

1.350

2.645

Nieuw beleid

- Structureel

-640

-640

-640

-640

- Incidenteel

-280

-30

-30

-

Aanpassen meerjaren investeringsplan

-180

-180

-180

-180

Meerjarenperspectief Kadernota 2021

-840

-1.130

-1.535

-310

In het huidige meerjarenperspectief zijn geen taakstellende bezuinigingen opgenomen. Alle taakstellende bezuinigingen uit de voorgaande bezuinigingsoperaties zijn ingevuld. De begroting bevat wel budgetten (stelposten) in verband met de groei van Diemen. Voor deze budgetten is nog niet bekend wat de exacte invulling gaat worden, het is wel redelijk zeker dat deze kosten zich voor gaan doen.

Sturing op structureel sluitend meerjarensaldo

Het in de Kadernota 2021 gepresenteerde meerjarenperspectief is niet sluitend! Uitgangspunt is dat het college een sluitend structureel meerjarenperspectief presenteert bij aanbieding van de Programmabegroting 2021. Het saldo van de kadernota is uitgesplitst in een structureel en incidenteel saldo. Er wordt door de provincie op toegezien dat het structurele meerjarensaldo in ieder geval in het laatste jaar positief is.

Onderstaand het saldo na verwerking van alle ontwikkelingen.

Saldo meerjarenperspectief Kadernota 2021

2021

2022

2023

2024

Structureel

-130

-935

-1.505

-310

Incidenteel

-710

-195

-30

-

Meerjarenperspectief Kadernota 2021

-840

-1.130

-1.535

-310

Pas bij de definitieve opbouw van de Begroting 2021 blijkt of alle aannames uit de kadernota exact aansluiten. Dit is mede afhankelijk van de nieuwe kostenverdeling en vertaling van stelposten naar daadwerkelijk budgetten.

Opgenomen stelposten in verband met de groei van Diemen

Conform voorgaande jaren worden in de kadernota stelposten opgenomen als gevolg van de groei van Diemen. Onderstaande stelposten zijn meegenomen in het gepresenteerde meerjaren perspectief.

Stelposten Groei van Diemen

2021

2022

2023

2024

Uitbreiding aantal raadsleden

-

50

50

50

Personeelskosten

- groei

200

350

500

650

- Diemen '22

150

150

150

150

Bedrijfsvoeringskosten

25

50

75

100

Bijdrage verbonden partijen (inclusief Duo+)

- overig

100

200

300

400

- Duo+

100

200

300

400

Subsidies

25

50

75

75

Onderhoud

-

-

-

-

Totaal Stelposten groei van Diemen

600

1.050

1.450

1.825

Van bovenstaande stelposten weten we dat deze kosten zich gaan voordoen. Jaarlijks bij het opstellen van de begroting worden de stelposten omgezet naar de desbetreffende budgetten.

De stelposten voor de inkomsten zijn verwerkt in de verwachte opbrengsten van de onroerend zaakbelasting (OZB).

Proces sluitende begroting

Naast de effecten van de Coronacrisis hebben de ontvangsten van het Rijk, de zogenoemde algemene uitkering uit het Gemeentefonds grote invloed op ons financieel perspectief. Zoals toegezegd volgt er een aparte notitie over de effecten van de Coronacrisis.

In circulaires geeft het Rijk aan welke mutaties plaatsvinden op de ontvangsten. De Begroting 2021 wordt gebaseerd op de Meicirculaire 2020. De effecten van de Meicirculaire 2020 zijn nog niet verwerkt in dit perspectief. Over de effecten volgt een aparte informatiememo aan de raad. Getracht wordt deze voor de raadsbehandeling van de Kadernota 2021 te verstrekken.

Om te komen tot een sluitend structureel meerjarenperspectief zal binnen de beschikbare financiële middelen ruimte gezocht moeten worden. Dit kan zich vertalen in het in een lager tempo uitvoeren of invoeren van nieuw beleid, of wellicht gerichte bezuinigingsmaatregelen. Uiteraard zal het college de beraadslagingen uit de informatieve en besluitvormende raad hierbij meenemen. Ook de effecten van de Coronacrisis zullen zo goed als mogelijk verwerkt worden in de Begroting 2021.

De besluitvorming over de begroting vindt in oktober en november plaats. De vaststelling van de Begroting 2021 staat geagendeerd voor de raadsvergadering van 5 november 2020.

Stel uw document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf