Duurzaamheidsagenda
Voor de versterkte inzet op duurzaamheid en een gezonde leefomgeving is met het coalitieakkoord ‘duurzaam samenleven’ 2018 – 2022 extra budget en personele capaciteit vrijgemaakt.
Duurzaamheid overstijgt disciplines, is veelomvattend en complex. Er moeten daarom keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. De duurzaamheidsagenda heeft tot doel om gezamenlijk de ambities vast te stellen en daarmee overzicht te bieden en richting te geven aan de programmatische aanpak voor de komende jaren.
De contouren van de duurzaamheidsagenda zijn inmiddels ontwikkeld (zie onderstaande figuur). Met deze opzet als vertrekpunt zijn concrete voorstellen vanuit de gemeentelijke organisatie voor verzwaarde inzet op duurzaamheid geïnventariseerd.
De taakverdeling voor en werving van medewerkers voor de duurzaamheid en milieu heeft inmiddels plaatsgevonden.
Vanuit de capaciteit voor duurzaamheid zal integratie en doorwerking van duurzaamheid in het gemeentelijke beleid plaatsvinden en is de coördinatie van de programmatische aanpak op het vlak van duurzaamheid en gezonde leefomgeving opgepakt.
Voor de gemeentelijke organisatie zal duurzaamheid onderdeel moeten gaan worden van alle beleidsterreinen en activiteiten van de gemeente. Van de afdelingen en teams zal daarom extra inspanning worden gevraagd om hun inbreng te leveren aan de periodieke afstemmingsoverleggen en het aanleveren van gegevens voor de programmatische aanpak (programmeren, monitoren, bijsturen, verantwoorden, verslagleggen, etcetera).
Op de iets langere termijn (periode 2022 tot 2030) zullen de wijkuitvoeringsplannen om van het aardgas af te gaan voor de eerste wijken moeten worden opgepakt:
In 2020-2021 wordt de verplichte transitievisie warmte opgesteld. Voor het hiervoor toegekende rijksgeld (Decembercirculaire 2019) is een bestemmingsreserve gemaakt. Na 2021 zullen aan de hand van de transitievisie warmte wijkuitvoeringsplannen moeten worden gemaakt om met de eerste wijken van het aardgas af te gaan (zie aparte paragraaf energietransitie). Afhankelijk van het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur (Rob) over de kosten voor gemeenten voor de invulling van het klimaatakkoord wordt hiervoor vanaf 2022 een bijdrage in het gemeentefonds verwacht.
Op enkele specifieke terreinen zal met ingang van 2021 structurele verdere professionalisering en versterking van expertise noodzakelijk zijn:
Ter invulling van het door de gemeente ondertekende Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) en de Mra intentieverklaring Circulair inkopen en opdrachtgeverschap is tijdelijk een MVI-regisseur aangetrokken die momenteel een actieplan MVI opstelt en adviseert hoe duurzaam inkopen te waarborgen binnen de organisatie. Voorstel is om in samenwerking met de DUO-gemeenten een MVI-regisseur aan te trekken (0,5 fte per organisatie / € 40.000). Dit zal leiden tot verdere professionalisering, betere ondersteuning aan de inkopers en constante monitoring van de resultaten op het gebied van duurzaamheid.
In 2020 is de ecologische structuur in kaart gebracht zodat een ecologische kansenkaart kan worden ontwikkeld. Voor het uitvoeren van de actiepunten uit de kansenkaart en inbreng van ecologische en landschappelijke expertise bij ruimtelijke planvorming en ruimtelijke projecten zal op vraagbasis extern ecologisch advies moeten worden ingehuurd (€ 50.000 per jaar).
De duurzaamheidsagenda vraagt om extra middelen voor communicatie. Hiervoor wordt momenteel een communicatiestrategie met kernboodschappen ontwikkeld en een communicatiecampagne die aansluit op landelijke campagnes. Belangrijke communicatiemiddelen zijn daarbij: social media, gemeentelijke website maar ook gemeentelijke gebouwen en terreinen en de openbare ruimte. (€ 30.000 per jaar).
In 2021 zijn de volgende incidentele uitgaven voorzien (Beslispunt voor het college is of deze activiteiten behoren tot gebouwbeheer, wijkbeheer en P&O of dat deze bekostigd moeten worden vanuit het beschikbare duurzaamheidsbudget voor 2021):
In november 2015 heeft de gemeente Diemen de Parijsverklaring van het Klimaatverbond Nederland ondertekend met als doel in 2030 met de eigen organisatie geen broeikasgassen meer uit te stoten. Dit betekent dat er onderzoek zal moeten worden gedaan naar de verdere mogelijkheden voor energiebesparing, het opwekken van duurzame energie en het aardgasvrij maken van gemeentelijke gebouwen (€ 50.000) en onderzoek naar het overschakelen naar een wagenpark en machines die geen gebruik meer maken van fossiele brandstof (€ 20.000). Het totaal voor beide adviezen om de broeikasgasuitstoot van de gemeentelijke organisatie te minimaliseren bedraagt € 70.000
Naast het gemeentelijke wagenpark zal ook het vervoersmanagement voor het woon\werkverkeer en vervoer naar externe overleggen en symposia moeten worden verduurzaamd. Dit kan niet binnen Duo+ worden opgepakt. Hiervoor zal dus externe expertise moeten worden ingehuurd (€ 20.000).